Skip to content Skip to footer

INTO Business – Van rijn bedrijfswagens

Dennis van Rijn werpt blik op de toekomst

“Wat ook gebeurt, het valt of staat met mensen. Die moet je aan je binden.”

Ondernemerschap gaat gepaard met hobbels en uitdagingen. Net als het leven zelf. Hoe ga je daarmee om? Wat doe je als het lastig is? Wie zijn dan tot steun? En met wie kun je successen vieren? En hoe bereid je je voor op de toekomst als je daar ook donkere wolken ziet hangen?Dennis van Rijn, eigenaar van Autobedrijf Van Rijn, kreeg het de afgelopen jaren flink voor zijn kiezen. “Soms maar goed ook”, zegt hij. “Dat zet je terug in de realiteit.” We voerden met hem een prachtig gesprek. Dit is zijn portret.

Eerst maar eens terug in de tijd: wat was jouw jongensdroom? Wat wilde je worden?

“Dat ik iets met auto’s wilde gaan doen, was al heel snel duidelijk. Mijn moeder vertelde graag het verhaal dat ik als klein jochie bij haar op de fiets al alle automerken kon benoemen. Auto’s vond ik altijd prachtig. Ik had natuurlijk ook het geluk dat ik mocht opgroeien in een autobedrijf. Ik mocht altijd meekijken en helpen. Binnen de branche kon ik eigenlijk niet zo goed kiezen. Ik vond ontzettend veel dingen leuk; van carrosseriebouw tot monteur.Uiteindelijk koos ik voor het plaatwerk, maar dat heb ik dus uiteindelijk niet zo heel lang gedaan…”

Hoe was het om op te groeien in een familiebedrijf?

“Enerzijds was dat natuurlijk fantastisch. Ik kon altijd tussen de auto’s zijn en heb veel van het bedrijf meegekregen. Eerst deed mijn vader het bedrijf samen met mijn oom; later gingen de broers zakelijk uit elkaar en zette mijn vader met mijn moeder het bedrijf voort. Dat waren wel complexe tijden en heeft ook de familiebanden een tijd op scherp gezet. Dat was natuurlijk minder leuk. Bij ons werd aan tafel werd ’s avonds vaak over de zaak gesproken. Zo ontdekte ik al op heel jonge leeftijd dat er veel gedoe komt kijken bij het hebben van een eigen bedrijf. Het leerde mij trouwens ook dat mijn hart uitgaat naar bedrijfswagens. Ik ben niet in de wieg gelegd voor de verkoop en het onderhoud aan personenauto’s. Dat is echt een heel andere tak van sport.”

Je rolde sneller in het bedrijf dan je vooraf van plan was. Hoe ging dat precies?

“Mijn moeder werd ziek. Dat bracht alles in een stroomversnelling. Ik werkte in die tijd nog bij mijn oom als plaatwerker. Ik was net vader geworden dus ons gezin was nog in opbouw. Dat deed mij wel nadenken; ik vond het belangrijk dat onze kinderen dezelfde kansen krijgenals die ik zelf ook gehad heb. Bovendien zit in de bedrijfsovername een groot stuk emotie. Ik was zelf opgegroeid in het bedrijf en heb gezien dat het bedrijf net zo goed mijn vaders kindje is. Dat wilde ik niet zomaar laten gaan. Zodoende besloot ik er vol in te stappen…”

Sindsdien maakt het bedrijf een enorme groeispurt door. Het bedrijf barstte al snel bijna letterlijk uit haar voegen…

“We kwamen inderdaad al snel op een punt dat we moesten kiezen; als we wilden meegroeien, moesten we verhuizen. De zoektocht duurde een paar jaar en was pittig. Uiteindelijk is het gelukt en kochten we een bedrijfshal aan de Productieweg in Mijdrecht. Er moest toen nog van alles aan gebeuren. Het werd een bijzondere tijd; heel de familie heeft geholpen. Met Pasen hebben we gezamenlijk vloerverwarming gelegd. Bijna al mijn ooms waren hier aanwezig; andere familieleden pasten op onze kinderen. We spreken vaak over de reizen die je maakt in het leven, maar soms is nog veel belangrijker om te vertellen met WIEje dat doet. Ik ben mijn familie en vrienden enorm dankbaar voor alle steun en hulp die we van hen mochten ontvangen. Die tijd heeft echt veel indruk op me gemaakt.”

Het nieuwe pand is prachtig geworden. Hoe is daar door klanten, relaties en collega’s op gereageerd? 

“Het lijkt wel of we sinds onze verhuizing nóg harder groeien dan daarvoor. We kunnen ons professioneler presenteren en mogen daardoor voor grotere opdrachtgevers werken. Ik hoop ook dat we met deze mooie faciliteiten als betere werkgever worden gezien en zo beter ons personeel kunnen behouden. Toch is groei niet het allerbelangrijkst. Natuurlijk is stilstand achteruitgang en moeten ons blijven ontwikkelen, maar aan groei zit ook een grens. Ik vind het ontzettend belangrijk dat ons klantcontact goed blijft en de lijnen in ons bedrijf kort. Ik wil geen hiërarchie; we doen het echt samen.”

Welke innovaties spelen nu? En hoe ga je daar mee om?

“Een ontwikkeling van de laatste jaren is dat de software in voertuigen enorm toeneemt. Dat betekent voor ons dat storingen minder makkelijk te verhelpen zijn. Ook wij zijn veel afhankelijker geworden van de fabrikant. Als een band lek is, kunnen wij die repareren. Op elk moment van de dag. Dan kun je weer verder. Met storingen in de software is het niet altijd zo gemakkelijk. Terwijl onze klanten natuurlijk wel van ons verwachten dat aan het eind van de dag het probleem verholpen is…”

Je hebt nu zelf een mooi gezin met kinderen. Hoe maken zij deel uit van het familiebedrijf?

“Mijn vrouw Esther vervult de rol die mijn moeder altijd had. Uiteraard doet zij dit op haar eigen manier en werkt zij veel meer digitaal dan mijn moeder deed. Met haar werkervaring de andere bedrijven heeft zij mooie en waardevolle bagage meegenomen naar ons bedrijf. Zij heeft het structuur gegeven. Hoewel ik nooit verwacht had om te gaan samenwerken met mijn vrouw, had het bedrijf nooit zo sterk gestaan zonder haar steun en inzet. Natuurlijk krijgen onze kinderen er ook veel van mee. We hebben afgesproken om de gesprekken over het werk zoveel mogelijk óp het werk te voeren, maar dat lukt nu eenmaal niet altijd. Onze kinderen weten dus ook wel wat er speelt. Dat geeft ook niet; het bedrijf is onderdeel van ons leven. Al ben ik me er wel ontzettend bewust van dat we daarnaast ook een leven hebben.”

En welke rol hebben je vader en oom nu in het bedrijf?

“Mijn oom werkt bij ons. Dat is wel bijzonder want ik ben ooit als stagiaire bij hem begonnen. Ook mijn vader heeft nog een rol; met name als sparringpartner. Hij heeft ontzettend veel ervaring en dat is fijn om te kunnen raadplegen. Onze karakters zijn deels hetzelfde. Dat kan wel eens botsen. Toch vind ik dat niet erg; als het schuurt word je ook weer gedwongen om er goed over na te denken.”

Wat is de grootste zorg van dit moment?

“Medewerkers. Daar ben ik het meest trots op en maak ik mij tegelijkertijd de meeste zorgen om. We hebben een ontzettend goed team en dat wil ik graag zo houden. Volgend jaar bestaan we 40 jaar. Er is altijd voldoende werk geweest en ik geloof ook dat dat in de toekomst zo zal zijn. De grote vraag is of we altijd voldoende mensen kunnen hebben om het werk uit te voeren. Je voelt het meteen als iemand uitvalt. Ik wil dan ook zo goed mogelijk zorgen voor mijn team.”

Hoe doe je dat, een goede leidinggevende zijn?

“Op de eerste plaats ben ik gewoon mezelf. Eén van de collega’s. Geen directeur of manager in een apart kantoor, maar gewoon een van hen in de kantine en achter de receptie. Daarbij waak ik ervoor dat medewerkers niet tot het uiterste worden gedreven en probeer het werk zo goed mogelijk te verdelen. Al gebiedt de eerlijkheid te zeggen dat ik dat wel lastig vind. Ik zou nog meer kunnen delegeren.”

Er zijn veel lokale initiatieven voor het enthousiasmeren van jonge mensen voor de techniek. Daar weet jij alles van. Zo ben je betrokken bij de Techniek Driedaagse van TechNet Amstel & Venen en doe je altijd mee met VMBO On Stage. Dat kost enorm veel tijd en inzet. Wat levert dat op?

“Je moet niet verwachten dat door deze initiatieven morgen direct nieuwe medewerkers bij je binnenwandelen, maar ik geloof erin dat al deze activiteiten op de lange termijn zeker effect hebben. Het is een kwestie van kweken, kweken en nog eens kweken. Ik vind het belangrijk dat jongeren onze naam herkennen en hier al op jonge leeftijd op laagdrempelige wijze contact mee hebben gemaakt. Als ze ooit moeten kiezen tussen ons bedrijf en dat van een concullega, geloof ik dat bij ons de eerste stap al gezet is. Bovendien is het niet alleen een kwestie van er ook energie in stoppen; je krijgt er ook veel energie voor terug. Als je op de Techniek Driedaagse al die verwonderde koppies ziet, vind ik dat prachtig. Datzelfde geldt voor de momenten dat we gemotiveerde jongeren ontvangen in ons bedrijf. We laten hen van alles zien en doen om hen maar zoveel mogelijk de veelzijdigheid van onze branche te laten zien. Dat zijn ontzettend leuke activiteiten. Ik kan niet wachten tot deze jongeren op een dag bij ons zullen aankloppen voor een stageplaats of baan!”

Tot slot. De toekomst. Hoe kijk jij daarnaar?

“Er zijn zat uitdagingen; altijd al geweest en die zullen er ook in de toekomst zijn. Je hebt die glazen bol niet, maar wat vaststaat is dat in deze tijd veel meer van je gevraagd wordt dan vroeger. Je moet mee en je moet blijven bewegen. En dat alles valt of staat met de juistemensen om je heen. Die moet je aan je zien te binden. Dat is het enige dat vaststaat. En dat is dus precies wat wij blijven doen. Nu en in de toekomst.”

Dit artikel is geschreven door Rosanne Kok en de foto’s zijn gemaakt door Martine Goulmy. Oorspronkelijk gepubliceerd in INTO Business en overgenomen met toestemming. Meer werk van hen vind je op www.rosannekok.com en www.goulmydesign.nl.